Het verhaal van Surinaamse bedienden Quakoe en Seraphine verscheen in februari 2017 voor het eerst op Alle Amsterdamse Akten, dit artikel is uitgebreid dankzij nieuwe vondsten in de Notariële Archieven.
Over de levens van slaafgemaakte kinderen in het vroegmoderne rijk van de Republiek was nog maar weinig bekend. Ze hebben maar weinig sporen achtergelaten in de archieven en de bronnen die er zijn, zijn vaak opgesteld vanuit het perspectief van de kolonisator. Diepgaand archiefonderzoek naar slaafgemaakte kinderen in de achttiende eeuw wijst echter uit dat zij een belangrijke en bijzondere rol vervulden binnen het slavernijsysteem. In een zeldzame attestatie opgesteld bij de Amsterdamse notaris Jelmer de Bruyn komen drie slaafgemaakte kinderen, Sambij, Biree en Porx, zélf aan het woord.
Zonder een stap in de kolonie te hoeven zetten, kon je in Amsterdam eigenaar worden van honderden tot slaaf gemaakte Afrikanen in Suriname.
Amsterdam was van de late zestiende tot de negentiende eeuw nauw betrokken bij de slavenhandel en de slavernij. Dat er ook Zweden betrokken waren bij de Amsterdamse slavenhandel is tot nu toe niet erg bekend. AAA-vrijwilligers Els Vermij en Willem-Jan van Grondelle troffen opnieuw een Zweeds-Amsterdams slavenschip aan: Sweriges Waapen.
Reizende Amsterdammers brachten allerlei zaken mee vanuit de overzeese koloniën. Soms kwamen er echter niet alleen materiële goederen mee, maar ook mensen in slavernij. Dat blijkt bijvoorbeeld uit een boedelinventaris opgemaakt door notaris Philippus Pot van de bezittingen van een passagier aan boord van een schip dat in 1764 vanuit Suriname in Amsterdam was aangekomen. Onder de bezittingen bevonden zich niet alleen goederen, maar ook een tot slaaf gemaakte jongen.
Op 1 januari 1738 verging voor de kust van Suriname het slavenschip Leusden. Bijna 700 Afrikanen kwamen - door toedoen van de bemanning - om het leven.
Op 4 december 1682 tekende de inheems Surinaamse leider Uquerika twee machtigingen bij notaris Dirk van der Groe. Opnieuw een bijzondere vondst, bij deze recent met behulp van Handwritten Text Recognition ontsloten notaris. Uquerika was één van de eerste inheemse Surinamers in Amsterdam, en was zeer waarschijnlijk de allereerste die een geschreven bewijs van zijn aanwezigheid achterliet.
Door project Alle Amsterdamse Akten komen steeds meer bronnen over het Amsterdamse slavernijverleden beschikbaar, van de financiële handel en wandel rond de slavenhandel tot persoonlijke verhalen van betrokkenen. Op 1 juli werd de documentaire 'Geboeid terug naar de plantage' uitgezonden op NPO2. In deze documentaire gaat Dwight van van de Vijver opzoek naar zijn familiegeschiedenis. In het Stadsarchief krijgt hij diverse notariële akten te zien.
De afrekening voor het leveren van 6 tot slaaf gemaakte Afrikanen in Suriname.
Het verhaal van Surinaamse bedienden Quakoe en Seraphine verscheen in februari 2017 voor het eerst op Alle Amsterdamse Akten, dit artikel is uitgebreid dankzij nieuwe vondsten in de Notariële Archieven.
Amsterdam was van de late zestiende tot de negentiende eeuw nauw betrokken bij de slavenhandel en de slavernij. Dat er ook Zweden betrokken waren bij de Amsterdamse slavenhandel is tot nu toe niet erg bekend. AAA-vrijwilligers Els Vermij en Willem-Jan van Grondelle troffen opnieuw een Zweeds-Amsterdams slavenschip aan: Sweriges Waapen.
Op 4 december 1682 tekende de inheems Surinaamse leider Uquerika twee machtigingen bij notaris Dirk van der Groe. Opnieuw een bijzondere vondst, bij deze recent met behulp van Handwritten Text Recognition ontsloten notaris. Uquerika was één van de eerste inheemse Surinamers in Amsterdam, en was zeer waarschijnlijk de allereerste die een geschreven bewijs van zijn aanwezigheid achterliet.
Over de levens van slaafgemaakte kinderen in het vroegmoderne rijk van de Republiek was nog maar weinig bekend. Ze hebben maar weinig sporen achtergelaten in de archieven en de bronnen die er zijn, zijn vaak opgesteld vanuit het perspectief van de kolonisator. Diepgaand archiefonderzoek naar slaafgemaakte kinderen in de achttiende eeuw wijst echter uit dat zij een belangrijke en bijzondere rol vervulden binnen het slavernijsysteem. In een zeldzame attestatie opgesteld bij de Amsterdamse notaris Jelmer de Bruyn komen drie slaafgemaakte kinderen, Sambij, Biree en Porx, zélf aan het woord.
Reizende Amsterdammers brachten allerlei zaken mee vanuit de overzeese koloniën. Soms kwamen er echter niet alleen materiële goederen mee, maar ook mensen in slavernij. Dat blijkt bijvoorbeeld uit een boedelinventaris opgemaakt door notaris Philippus Pot van de bezittingen van een passagier aan boord van een schip dat in 1764 vanuit Suriname in Amsterdam was aangekomen. Onder de bezittingen bevonden zich niet alleen goederen, maar ook een tot slaaf gemaakte jongen.
Door project Alle Amsterdamse Akten komen steeds meer bronnen over het Amsterdamse slavernijverleden beschikbaar, van de financiële handel en wandel rond de slavenhandel tot persoonlijke verhalen van betrokkenen. Op 1 juli werd de documentaire 'Geboeid terug naar de plantage' uitgezonden op NPO2. In deze documentaire gaat Dwight van van de Vijver opzoek naar zijn familiegeschiedenis. In het Stadsarchief krijgt hij diverse notariële akten te zien.
Zonder een stap in de kolonie te hoeven zetten, kon je in Amsterdam eigenaar worden van honderden tot slaaf gemaakte Afrikanen in Suriname.
Op 1 januari 1738 verging voor de kust van Suriname het slavenschip Leusden. Bijna 700 Afrikanen kwamen - door toedoen van de bemanning - om het leven.
De afrekening voor het leveren van 6 tot slaaf gemaakte Afrikanen in Suriname.